Het kan voor ABI's nodig zijn uitzonderlijke kosten te boeken, zoals uitzonderlijke afschrijvingen, waardeverminderingen op financiële vaste activa, voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten of minderwaarden op de realisatie van vlottende activa.

In de MAR is een specifieke rubriek opgenomen voor uitzonderlijke kosten, nl. de rubriek "66". Het GBP omvat evenwel geen specifieke rubriek voor dergelijke kosten. Het is dus nodig de aard van de kosten na te gaan en ze te boeken in de rubriek die daar het best aan beantwoordt.

De waardeverminderingen op financiële vaste activa worden bijvoorbeeld geboekt op een rekening 661 van de MAR en in de rubriek 6960 "Herwaarderingsminderwaarden op financiële activa in het bezit op het einde van het jaar" van het GBP.

Op basis van de structuur van het GBP kan aangenomen worden dat de uitzonderlijke kosten meestal in de subklasse "Kapitaalverliezen" thuishoren.

Ook de economische code hangt af van de aard van de uitgave, maar meestal is er geen begrotingsweerslag omdat het een 69xx-rubriek van het GBP betreft (die in theorie¹niet budgettair relevant is), op enkele uitzonderingen na, waaronder de minderwaarden op de realisatie van vaste activa, die wel budgettair relevant zijn (code 1211).

Advies INR, ontvangen op 18/05/2017: Wat de uitzonderlijke kosten betreft, is het zo dat voor vele daarvan geen economische code vereist is (bv. uitzonderlijke afschrijvingen, voorzieningen, ...). Aan meer- en minderwaarden op de realisatie van financiële of niet-financiële activa wordt daarentegen impliciet een economische code toegewezen omdat de uitgevoerde verrichting (overdracht van activa) ten belope van het volledige bedrag geregistreerd moet worden met de juiste economische code (76/77 voor niet-financiële activa en 86 tot 89 voor financiële activa).

Op te merken valt dat afschrijvingen, waardeverminderingen, voorzieningen, ... geen begrotingsweerslag hebben.

¹In het gewestelijke boekhoudplan zijn bepaalde van die rubrieken echter wel budgettair relevant, aansluitend op overleg met het Rekenhof. De Commissie voor de Openbare Comptabiliteit als bedoeld in artikel 3 van de wet van 18 januari 2010 (tot wijziging van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof) dient de regels voor de aanrekening in de boekhouding en op de begroting te preciseren.

Als voorbeeld nemen we een waardevermindering op financiële activa.