Om hun projecten te financieren moeten bepaalde instellingen leningen aangaan. Bij het gewest is daartoe voorafgaande toelating van de regering vereist.

In de begrotingsboekhouding wordt bij de toekenning van een krediet een uitgave geboekt bij de geldschieter. Laatstgenoemde registreert immers een kasuitgave. Bij de ontlener wordt daarentegen een ontvangst geboekt. Bij de toekomstige terugbetalingen van de lening zal de geldschieter een ontvangst boeken en de ontlener een uitgave. Hetzelfde geldt voor de intrest.

In de algemene boekhouding ontstaat er bij de toekenning van het krediet een schuldvordering bij de geldschieter en een schuld bij de ontlener. In de meeste gevallen wordt het krediet toegekend voor een termijn van meer dan een jaar. De vordering en de schuld worden dus aanvankelijk ingeschreven bij de vorderingen en schulden op lange termijn. Elk jaar moet het gedeelte dat tijdens het jaar vervalt geherclassificeerd worden naar kortlopende vorderingen en schulden. Deze verrichting betreft enkel de algemene boekhouding.

2.1 Banklening

We nemen het geval van een ABI die een lening aangaat bij een bank (niet aan het GBP onderworpen derde). De te gebruiken rekeningen voor het boeken van de schuld en kosten die aan de lening zijn verbonden worden hieronder opgesomd:

2.2 Lening tussen instellingen

2.2.1 Bij de geldschieter

De instelling die een krediet op meer dan een jaar verleent, registreert in de algemene boekhouding een vordering op lange termijn (klasse 2). Op het einde van het jaar moet het gedeelte van die vordering dat tijdens het jaar vervalt, geherclassificeerd worden als kortlopende vordering (klasse 4). Deze herclassificatie heeft geen begrotingsweerslag. De uitvoering van de begroting vindt plaats bij de toekenning van het krediet: op dat ogenblik wordt een immers een uitgave geboekt.

De algemene en de begrotingsrekening verschillen naargelang van de sector waaraan de lening is toegekend. De mogelijke rekeningen staan hieronder vermeld:

In de algemene boekhouding worden de terugbetalingen van de lening geboekt via creditering van de rekening voor kortlopende vorderingen en wordt de betaling van de intresten geboekt via creditering van een opbrengstrekening. In de begrotingsboekhouding worden de terugbetaling van het kapitaal en de betaling van de intrest geboekt als ontvangsten.

De gebruikte algemene en begrotingsrekening voor de financiële opbrengst verschillen naargelang van de sector waaraan de lening is toegekend. De mogelijke rekeningen staan hieronder vermeld.

2.2.2 Bij de ontlener

De ontlener boekt in de algemene boekhouding een langlopende schuld (klasse 1). Op het einde van het jaar moet het gedeelte van die schuld dat tijdens het jaar vervalt, geherclassificeerd worden als kortlopende schuld (klasse 4). Deze herclassificatie heeft geen begrotingsweerslag. De uitvoering van de begroting vindt plaats bij de toekenning van het krediet: op dat ogenblik wordt een immers een ontvangst geboekt.

De algemene en de begrotingsrekening verschillen naargelang van de sector waaraan de lening is toegekend. De mogelijke rekeningen staan hieronder vermeld:

De terugbetaling van een gedeelte van de lening wordt in de algemene boekhouding geboekt door debitering van de rekening voor schulden op meer dan een jaar en de betaling van de intrest door debitering van een kostenrekening. In de begrotingsboekhouding worden de terugbetaling van het kapitaal en de betaling van de intrest geboekt als uitgaven.

De gebruikte algemene en begrotingsrekening voor de financiële last verschillen naargelang van de sector waarbij de lening is aangegaan. De mogelijke rekeningen staan hieronder vermeld:

¹De in het rood gemarkeerde rekeningen moeten budgettair niet-relevant kunnen worden bij een herclassificatie van lange naar korte termijn. Bij de herclassificatie moet contact opgenomen worden met het SAP Team, dat een afwijking mogelijk zal maken. Deze rekeningen zijn enkel budgettair relevant bij de toekenning van het krediet of bij terugbetalingen.

²De in het rood gemarkeerde rekeningen moeten budgettair niet-relevant kunnen worden bij een herclassificatie van lange naar korte termijn. Bij de herclassificatie moet contact opgenomen worden met het SAP Team, dat een afwijking mogelijk zal maken. Deze rekeningen zijn enkel budgettair relevant bij de toekenning van het krediet of bij terugbetalingen.

3.1 Banklening

We nemen als voorbeeld een langetermijnlening aangegaan door een ABI bij een kredietinstelling.

1) Kredietname

2) Op 31/12: Reclassificatie van langlopende naar kortlopende schuld

3) Betaling van de intresten

4) Terugbetaling van het deel van de lening op meer dan een jaar dat tijdens het jaar vervalt

3.2 Lening tussen geconsolideerde ABI's

We nemen als voorbeeld een langetermijnlening aangegaan door een ABI bij een andere ABI.

3.2.1 Bij de ABI die de lening verstrekt

1) Kredietverlening

2) Op 31/12: Herclassificatie van de LT- naar KT-vordering

3) Betaling van de intresten

4) Terugbetaling van het deel van de lening op meer dan een jaar dat tijdens het jaar vervalt

3.2.2 Bij de ontlenende ABI

1) Kredietname

2) Op 31/12: Reclassificatie van langlopende naar kortlopende schuld

3) Betaling van de intresten

4) Terugbetaling van het deel van de lening op meer dan een jaar dat tijdens het jaar vervalt